De erfgenamen in het geval de overleden persoon geen testament heeft gemaakt. Deze erfgenamen worden in vier groepen verdeeld. Als in de eerste groep (laatstlevende echtgenoot en afstammelingen) niemand meer in leven is, komt de tweede groep (ouders, (half)broers en (half)zusters of afstammelingen van broers en/of zusters) in aanmerking. Ontbreken ook die familieleden dan wordt de nalatenschap in twee gelijke delen verdeeld over de families aan vaders kant en die aan moeders kant. Eerst komen de grootouders aan bod (groep 3), daarna groep 4 (de rest van de familie tot en met de zesde graad). Als ook in de vierde groep niemand meer in leven is, vervalt de nalatenschap aan de Staat der Nederlanden. Niet-bloedverwanten (zijnde schoonzusters, zwagers, aangetrouwde kinderen en stiefkinderen) erven dus niet.
Het deel van het burgerlijk recht dat de regels vastlegt met betrekking tot het overlijden van een persoon (erfopvolging of successie). Op 1 januari 2003 is het nieuwe erfrecht in werking getreden. De voornaamste wijziging is de betere bescherming van de laatstlevende echtgenoot en een beperking van de rechten van kinderen.
Een overleden persoon.
De (rechts)persoon of één van de (rechts)personen die op basis van een testament of, bij ontbreken van een testament, op grond van de wet een erfenis krijgt.
De persoon die door de rechter wordt aangesteld om de belangen van een onder curatele gestelde persoon te behartigen.
Een onder curatele gestelde persoon.
De ondertoezichtstelling door de rechter van een meerderjarige persoon die niet in staat is zijn/haar eigen belangen te behartigen.
Het centrale register waarin alle minuten worden geregistreerd waarin beschikkingen voor het geval van overlijden zijn opgenomen, zodat bij een overlijden gemakkelijk kan worden nagegaan of een erflater regelingen heeft getroffen en bij welke notaris deze in bewaring zijn.
Het centrale register waarin alle minuten worden geregistreerd waarin alle Levenstestamenten zijn opgenomen, zodat bij een overlijden gemakkelijk kan worden nagegaan of een erflater regelingen heeft getroffen en bij welke notaris deze in bewaring zijn.
De persoon die de akte bij de notaris ondertekent.