Frequently Asked Questions


Een onder curatele gestelde persoon.
De ondertoezichtstelling door de rechter van een meerderjarige persoon die niet in staat is zijn/haar eigen belangen te behartigen.
De persoon die door de rechter wordt aangesteld om de belangen van een onder curatele gestelde persoon te behartigen.
Als u niets regelt bepaalt de rechter namens u wat er moet gebeuren. Als u het in eigen hand en eigen regie wilt houden (net als uw onderneming) zult u het juist van te voren zelf moeten vastleggen en regelen!
De (rechts)persoon of één van de (rechts)personen die op basis van een testament of, bij ontbreken van een testament, op grond van de wet een erfenis krijgt.
Een overleden persoon.
Het deel van het burgerlijk recht dat de regels vastlegt met betrekking tot het overlijden van een persoon (erfopvolging of successie). Op 1 januari 2003 is het nieuwe erfrecht in werking getreden. De voornaamste wijziging is de betere bescherming van de laatstlevende echtgenoot en een beperking van de rechten van kinderen.
Bij testament afwijken van het versterferfrecht en de overige standaardregels.
De erfgenamen in het geval de overleden persoon geen testament heeft gemaakt. Deze erfgenamen worden in vier groepen verdeeld. Als in de eerste groep (laatstlevende echtgenoot en afstammelingen) niemand meer in leven is, komt de tweede groep (ouders, (half)broers en (half)zusters of afstammelingen van broers en/of zusters) in aanmerking. Ontbreken ook die familieleden dan wordt de nalatenschap in twee gelijke delen verdeeld over de families aan vaders kant en die aan moeders kant. Eerst komen de grootouders aan bod (groep 3), daarna groep 4 (de rest van de familie tot en met de zesde graad). Als ook in de vierde groep niemand meer in leven is, vervalt de nalatenschap aan de Staat der Nederlanden. Niet-bloedverwanten (zijnde schoonzusters, zwagers, aangetrouwde kinderen en stiefkinderen) erven dus niet.
De bepaling in een testament waarin de erfgenamen worden aangewezen.